Op 14 september zijn de gesprekken tussen werkgevers- en werknemersorganisaties in de bakkerijbranche gestart. In een tijd waarin ons land in de greep is van de COVID-19 pandemie, economische recessie en een onzekere toekomst, is de bakkerijsector gebaat bij matiging van loonkosten.
Werkgevers zetten in op behoud van werkgelegenheid; er is geen ruimte voor structurele loonstijgingen.
Uit branchecijfers en ledenenquĂȘtes van NBOV en NVB blijkt dat de omzetten door de coronacrisis zijn gedaald en de kosten zijn gestegen. Er wordt dit jaar veel minder geleverd aan export, horeca, cateraars, theaters, clubs, verenigingen, bedrijven, bruiloften et cetera. Aan de andere kant zijn er kostenstijgingen o.a. door extra ziekteverzuim en maatregelen om de verspreiding van het virus tegen te gaan. Deze kosten komen naast de andere, niet corona-gerelateerde kostenstijgingen waarmee ondernemers geconfronteerd worden. Eenmaal verloren omzetten worden niet meer ingehaald. Of de verkopen in de komende tijd het gebruikelijke niveau bereiken is zeer onzeker. Kortom, dit betekent dat voor een fors aantal bedrijven 2020 een verloren en verliesgevend jaar is.
Werkgevers doen er alles aan om de werkgelegenheid te behouden binnen onze branche. De medewerkers zijn immers de belangrijkste spil in het bedrijf en dat moet zo blijven. Dit betekent dat de voorstellen van de vakorganisaties om de lonen, pensioenen en andere arbeidsvoorwaarden met minimaal 10% te laten stijgen, onverantwoord zijn.