WAGENINGEN, 9 december 2021 – Voor het derde jaar op rij is het gewogen gemiddelde 1,62% zout op de droge stof. Dat blijkt uit de 2021 editie van de Nederlandse Vereniging voor de Bakkerij (NVB) Zoutmonitoring. De sector voldoet daarmee ruim aan de wettelijke norm. Ook voldoen beide kanalen gemiddeld aan de wettelijke norm (industriële bakkerijen 1,59% en ambachtelijke bakkerijen 1,80%).
“We zien nu voor de derde keer op rij een stabilisatie van het zoutgehalte, zegt Edith van Peij, Kennisspecialist Voeding en Levensmiddelenwetgeving bij NVB. Dit laat zien dat bakkers werken met een standaard zoutgehalte en dat in de recepturen hebben doorgevoerd.”
Nederlandse bakkerijsector een koploper op zoutreductie
“De bakkerijsector heeft stapsgewijs het zoutgehalte in brood flink teruggebracht. Het zoutgehalte in Nederlands brood is sinds 2009 al met 25% verlaagd, vertelt Edith. Daarmee is Nederland één van de koplopers als het gaat om zoutreductie in brood. Van de Europese landen voldoen alleen Groot Brittannië (1,55%) en Finland (1,76%) aan de norm van 1,8% zout op droge stof.”
Jaarlijkse zoutmonitor sinds 2009
In 2009 maakte de bakkerssector afspraken over zoutreductie in brood. Sindsdien vindt jaarlijks een grootschalige steekproef plaats. Sinds 2015 is deze opdracht alleen vanuit de NVB. FoodBase voert deze jaarlijkse monitor uit. Op deze pagina vindt u meer informatie over zoutreductie in brood en de standpunten van de NVB hierover.
Wettelijke zoutnorm
Sinds 1 oktober 2017 is de wettelijke norm van 1,8% zout op droge stof van toepassing op alle vrijwel dagelijks gegeten broodsoorten. Deze norm geldt voor brood dat in Nederland is geproduceerd en bestemd is voor de Nederlandse markt. De norm is van toepassing op zowel grootbrood, kleinbrood, stokbrood als overig brood (pita, foccacia en dergelijke). Maar geldt niet voor luxe broodsoorten waaraan zoutbevattende ingrediënten zoals olijven, kaas of spek zijn toegevoegd.