WAGENINGEN – Een wetenschappelijke publicatie afgelopen maart bewijst opnieuw het verband tussen de consumptie van volkoren en een lagere sterftekans. Volgend op eerder onderzoek van begin dit jaar, komt Harvard met de resultaten van een nog grootschaliger studie waarbij ruim 367.000 mensen tussen 50 en 71 jaar uit zes verschillende Amerikaanse staten betrokken waren. De publicatie laat een onmiskenbare relatie zien tussen volkorenconsumptie, sterftekans en verschillende aandoeningen.
Verband aangetoond Het brede onderzoek toont het verband aan tussen het eten van volkoren en vezels op de sterftekans in het algemeen en sterfte door onder meer hart- en vaatziekten, kanker, diabetes en verschillende infectieziekten in het bijzonder. De onderzoekers zagen hiertussen een omgekeerd geassocieerd positief verband, wat betekent dat het eten van volkoren de sterftekans verlaagt.
Dagelijks twee sneetjes Concreet concludeert het onderzoek dat mensen die dagelijks 34 gram volkoren aten in plaats van 8,5 gram, een 17 procent lagere sterftekans hadden en een 11 tot 48 procent lagere kans op de verschillende aandoeningen. De consumptie van 34 gram volkoren staat ongeveer gelijk aan twee sneetjes. Bij een grotere dagelijkse inname van vezels geldt een verkleining van de sterftekans met 19 procent en een vermindering van het risico op de aandoeningen met 15 tot 34 procent. De onderzoekers van Harvard doen op basis hiervan de aanname dat het positieve effect vooral wordt veroorzaakt door de vezelcomponent, die ruimschoots in volkoren aanwezig is.
Bevestiging De resultaten van dit grootschalige en meerjarige onderzoek bevestigen en versterken die van eerder onderzoek, waarvan Harvard in januari dit jaar de resultaten presenteerde. Het toen aangetoonde positieve effect leek nog minder groot: de conclusie was dat de dagelijkse consumptie van 28 gram aan volkorengranen de sterftekans met vijf procent deed afnemen. Professor Fred Brouns van de Universiteit van Maastricht, al vele jaren betrokken bij onderzoek naar de gezondheidseffecten van granen, was daar destijds al verheugd over: “Dit bevestigt ook onze conclusie dat regelmatige consumptie van volkoren de risico’s op onder meer diabetes, hart- en vaatziekten en darmkanker significant reduceert.”
100 procent volkoren In Nederland is wettelijk vastgelegd dat een volkorenbrood volledig wordt gemaakt met meel van de hele graankorrel: 100 procent volkoren. Volkorenbrood bevat dus de vezels, vitamines en mineralen uit de meelkern, de kiem en de zemel van de graankorrels. Meestal is dit tarwe, maar er is ook volkorenbrood van andere granen zoals rogge, spelt en haver. Om genoeg vezels en jodium binnen te krijgen, beveelt het Voedingscentrum volwassenen aan om zes tot zeven sneetjes brood per dag te eten.
Bron: Brood.net 28 april 2015.