In het Sociaal Akkoord is de afspraak gemaakt tussen werkgevers en werknemersorganisaties dat de verkorting van de WW (van 38 maanden naar 24 maanden) gerepareerd zou worden. Hieromtrent is in de cao van het Bakkersbedrijf ook een procedurele afspraak gemaakt waarin partijen aangeven dat “zij zich in zullen spannen om tot WW-afspraken te komen (derde WW-jaar) op basis van de afspraken die sociale partners op centraal/landelijk niveau hebben gemaakt”.
In dat kader is het van belang om te weten wat de stand van zaken is m.b.t. dit onderwerp op centraal niveau.
Op dit moment is het zo dat de regering heeft aangegeven dat de uitvoering van de reparatie van het 3e WW jaar niet door het UWV (als publieke organisatie) kan worden gedaan. Dat is immers een private activiteit van werknemers/werkgevers. Hieromtrent is in de Sociaal Economische Raad (SER) overleg geweest dat uiteindelijk geleid heeft tot de situatie dat de lasten voor deze reparatie volledig door werknemers gedragen gaan worden en dat de inning van die lasten, als een branche besluit om aan deze reparatie deel te gaan nemen, via werkgevers gaat lopen die een percentage van het loon van werknemers inhouden en dit aan een brancheorganisatie (B.v. Een op te richten stichting Derdegelden Bakkerij) doorsluizen. Deze laatste partij zou dit vervolgens doorzetten naar de private uitvoeringsinstantie die dit landelijk regelt voor partijen/branches.
Op dit moment worden vanuit de SER met drie private organisaties gesprekken gevoerd om te komen tot een gunning van dit traject. De verwachting is dat in de eerste helft van februari een prioriteitsvolgorde zal zijn vastgesteld tussen deze drie private organisaties. Dan zal er een officieel onderhandelingstraject over de prijs (o.a. uitvoeringskosten etc) plaatsvinden. De verwachting is dat de organisatie die het gaat doen in het voorjaar met een aantal branches een pilot zal gaan draaien. En de verwachting is dat vervolgens in de zomer kan worden opgeschaald.
Hoe e.e.a. in de bakkerijbranche uitgewerkt zal gaan worden, is op dit moment nog niet bekend. Los van de intentie zoals boven vermeld, zijn er nog geen verdere inhoudelijke afspraken gemaakt met vakorganisaties hieromtrent.
De ontwikkeling dat de reparatie van het 3e WW jaar volledig voor rekening van de werknemers gaat komen is voor wat betreft een NVB een positieve ontwikkeling. Eerst was namelijk sprake van een 50%-50% verdeling van de kosten. Op dit moment worden die kosten ingeschaald op 0,2% van de nettoloon som van werknemers.
Zodra er meer informatie hierover bekend wordt, zal e.e.a. verder gedeeld worden.
Wim Kannegieter